Een soort politie

Een soort politie

Tijdens een praatje met een groepje voetballende jeugdigen spreekt een kleine sympathieke wijsneus van een jaar of 7 me aan. De jongen had ik bij onze aankomst bij het voetbalveld al gezien. Hij valt op door z’n tenue van FC Barcelona, voetbal onder de arm en een onderzoekende blik richting ons. Midden in het gesprek met een van de oudere jongens besluit hij de vragende opmerking “meneer u bent toch geen politie?!” te maken. Hierop antwoord ik hem, al aardig routinematig merk ik, met “dat klopt wij zijn Handhavers, geen politie…” Nog voor ik mijn verhaal kan afmaken onderbreekt hij me weer en zegt “dat is toch niet zo!”. Hierbij kijkt hij me fronsend en doordringend aan. Ik vraag hem “waarom klopt dat niet volgens jou?”. Stellig zegt hij “Jullie zijn toch wel politie!” Ik probeer de kleine man te overtuigen door hem uit te leggen dat er verschillende opsporingsambtenaren zijn. Ik zie aan zijn blik, en vooral de nog steeds aanwezige diepe frons, dat ik weinig succes heb. Ik vraag hem “Waarom denk je dat we politie zijn dan?” De jongen: “Politieagenten helpen mensen en ze vangen boeven en ze geven boetes en ze hebben handboeien.” Ik zie dat hij naar mijn koppel kijkt en vraagt: “heb jij geen pistool?” Ik zeg dat alleen politieagenten een pistool hebben en dat daar een groot verschil zit. Daarnaast vertel ik hem dat wij Handhavers niet écht van het boeven vangen zijn, maar ervoor willen zorgen dat iedereen zich netjes aan de regels houdt. Aan de houding van knul zie ik dat ik dit argument waarschijnlijk ook niet ga winnen.
Hij weet me feilloos te vertellen dat niet alle politieagenten een pistool hebben. Onlangs zag hij politieagenten op de fiets die geen pistool hadden. Vervolgens weet hij me in geuren en kleuren te vertellen dat hij, toen hij met z’n moeder en zus in de stad was, zag dat Handhavers een boef op de grond werkten en boeiden. Dit had een behoorlijke indruk op hem gemaakt, want de details konden zo uit het proces-verbaal overgenomen zijn. Ik sta enigszins met mijn mond vol tanden. Er gaan allerlei scenario’s door mijn hoofd die tot doel zouden moeten hebben om deze jongen uit te leggen wat nu het verschil is tussen Politie en Handhaving. Alleen realiseer ik me al snel dat die allemaal op theoretisch juridische leest geschoeid zijn en dat ik daar een 7-jarige niet mee kan overtuigen. Dat blijkt al moeilijk genoeg om aan een niet ingelezen volwassenen duidelijk te maken. Ik vraag hem “zie je geen verschil dan?” Zijn antwoord is een kort en bondig ”jazeker, jullie hebben een ander uniform en er staat Handhaving op”. Hier denk ik de wijsneus klem te kunnen zetten. Met al m’n overredingskracht zeg ik “zie je nu; we hebben een ander uniform, we heten Handhaving en ik werk bij de gemeente en niet bij de politie.” Hierbij nog extra aanvullend, “en onze taak is ook anders; zo hebben wij ook geen zwaailicht en sirene op onze auto’s”. Hoewel dit laatste bedoeld is om de discussie te beëindigen realiseer ik me dat dit wellicht een nieuwe ingang zou kunnen zijn voor hem. Ik zie de jongen zuchten. Hij heeft er weinig zin meer in lijkt het. In een laatste poging toch gelijk te krijgen zegt hij: “Maar jullie helpen toch mensen, en vangen boeven en jullie schrijven boetes en jullie hebben ook handboeien. En dat doet de politie toch ook allemaal. Dan zijn jullie toch een soort politie?” Ondertussen ben ik naarstig op zoek naar een excuus om dit gesprek te beëindigen en zie een compromis. “Ja, we zijn toch een soort politie, maar geen politie.”

Dennie Wauben, Hoofd cluster Handhaving Kerkrade