Geweldplegers hard straffen

Geweldplegers hard straffen

Door: Bert Haupts

Ik ben eigenlijk ‘per toeval’ boa geworden. Toen ik solliciteerde bij NS Reizigers en werd aangenomen als hoofdconducteur, kwam ik voor het eerst in aanraking met de term ‘boa’. Nooit heb ik geweten dat een hoofdconducteur opsporingsbevoegdheid heeft. Nadat ik mijn boa-bevoegdheid had gehaald en werd beëdigd, kregen we een peptalk met daarin het verhaal dat de politie ons als collega’s zou zien. En er werd gesproken over de steun vanuit justitie.

Helaas zag de praktijk er anders uit. We werden vaak helemaal niet als collega’s gezien, maar als een soort hobby-agenten. Toen ik een keer de meldkamer van de Spoorwegpolitie belde en om ‘collega assistentie’ riep, kreeg ik te horen: ‘Jij bent geen collega van mij’ waarop de verbinding werd verbroken. Later bleek dat de betreffende medewerker van de meldkamer niet wist hoe de zaken tussen de SpoPo en de NS waren geregeld.

Na enkele jaren bij NS begon ik als boa bij een afdeling Stadstoezicht. Het bleek dat ook de gewone politie niet altijd graag met boa’s samenwerkt. Nu moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat die samenwerking de afgelopen jaren flink is verbeterd. In ieder geval in mijn politieregio.

Ik heb er nog heel erg veel moeite mee dat wij als boa’s nog steeds worden gezien als afgekeurde agenten of als tewerkgestelde werklozen. Als mensen met een ID-baan. Dat blijf ik jammer vinden. Vooral omdat boa’s steeds beter worden opgeleid, aan veel opleidingseisen moeten voldoen en dit jaarlijks (soms vijfjaarlijks) moeten bewijzen. We studeren ons helemaal klem en volgen opleidingen, herhalingslessen, en doen examens waar de gemiddelde Nederlander bang van wordt.

Wat vind ik zo uitdagend aan mijn baan als boa? Nou, echt niet om zoveel mogelijk bekeuringen uit te schrijven. De uitdaging is dat als je aan je dienst begint, je nooit weet waar het stopt. Nooit weet waarin je verzeild raakt. Wat je tegenkomt. En ook wij verlenen hulp, verstrekken informatie, sporen een diversiteit aan strafbare feiten op en werken in veel gevallen goed en graag met de politie samen.

Samen met de politie zorgen we voor een veilige samenleving. Ik zie het bonnenschrijven eigenlijk meer als een opvulling van de tijd als er geen andere belangrijkere zaken te doen zijn. En dan nog is een bon het laatste redmiddel. Ik ga liever met overtreders een goed gesprek aan, leg ze uit hoe het zit, dan dat ik een bon in de anonimiteit onder de ruitenwisser van een auto stop. Ik sta ook niet achter een lantaarnpaal te wachten tot de burger zijn auto fout parkeert. Ik ben geen bonnenmachine, maar gewoon een goed opgeleide en gemotiveerde boa die zijn werk graag en goed doet.

Net als ieder ander mens heb ik een hart, eet en slaap ik, heb ik een huis, en een gezin dat graag ziet dat ik heelhuids thuiskom. En dan is het vervelend om te zien hoeveel geweld we te verduren krijgen. Inmiddels lopen steeds meer boa’s letsel op door geweld tegen hen en dat is moeilijk te verteren. Als ik zie wat er bij de NS gebeurt, hou ik mijn hart vast voor de toekomst.

Er moet worden ingegrepen en wel snel. Dat los je niet alleen op met extra hulpmiddelen (lees: bewapening), maar door geweldplegers hard te straffen en ze niet weg te laten komen met taakstraffen of voorwaardelijke straffen. Laat ze maar voelen wat ze doen. Dat los je op door meer toezicht in treinen. Dubbele bemensing, zodat iedere hoofdconducteur een directe back-up heeft. En door burgers te mobiliseren, maar dan wel met de randvoorwaarde dat ze ook aangifte op nummer kunnen doen om te zorgen dat ze veilig aangifte kunnen doen zonder represailles.

Voor wat betreft agressie en geweld tegen mensen met een publieke taak is de maat nu vol. Waarom wordt er zo slap ingegrepen als een ambulancemedewerker of brandweerman wordt mishandeld?! Deze mensen stellen vaak, net als de politie, hun leven in de waagschaal om anderen te helpen. Waarom wordt er zo slap ingegrepen als een buschauffeur, treinmachinist of hoofdconducteur wordt mishandeld?! Dat zijn de mensen die voor dag en dauw of tot diep in de nacht aan het werk zijn om ervoor te zorgen dat jij veilig thuiskomt na een avondje stappen, of dat je je bestemming slapend of werkend kunt bereiken.

Net als al deze mensen doe ik mijn werk graag. En dat ik daarbij gevaar loop, neem ik op de koop toe. Niet graag, maar het is niet anders. Maar dan wil ik wel dat we worden gesteund door politie en justitie als er iets gebeurt.