Noodzakelijkheid gebruik geweldsmiddelen wisselt per gemeente

Noodzakelijkheid gebruik geweldsmiddelen wisselt per gemeente

Door: Wout Jongman

Boa’s in Nederland kunnen over geweldsmiddelen beschikken. Dat is geregeld in de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Deze regels zijn per 1 juli 2015 van kracht geworden en zijn een samenvoeging van de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar en de Circulaire Bekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Het beeld dat men heeft van bewapening is heel divers in Nederland. In de ene gemeente hebben boa’s wapenstok en handboeien en in de andere gemeente hebben ze niets. Nou ja niets, een grote mond en een scherpe zakdoek. In de beleidsregels is gesteld dat de noodzakelijkheid moet worden aangetoond. Maar wat dat precies inhoudt, staat niet scherp gedefinieerd. Dus is het mogelijk daar allerlei zienswijzen op los te laten. Er zijn gemeenten waar men geen geweldsmiddelen wil aanvragen, omdat men daar van mening is dat geweldsmiddelen geweld uitlokken, of omdat dat agressief staat. Maar ook wordt het argument gebruikt, dat als je ze nooit gebruikt je ze ook wel kunt inleveren.

Maar uit gesprekken die ik met boa’s heb, ontbreken echte argumenten. Wel ontstaat de lijstjescultuur. Je moet als organisatie laten zien hoeveel aanhoudingen je hebt gedaan, hoeveel geweld er is geweest. Aan de hand van die lijstjes wordt bepaald of er wel geweldsmiddelen worden toegekend of worden ingenomen. Ik vind dit bizar. Dus als een politieman al tien jaar een wapenstok heeft en hij gebruikt die nooit, dan kan je die wel inleveren?! Nee, natuurlijk niet.

Ook tijdens onze themalunch, over ‘geweld en agressie tegen boa’s’, van 7 oktober is er over geweldsmiddelen gesproken. De aanwezige boa’s begrijpen niets van het gevoerde beleid. Zo waren er boa’s die geen geweldsmiddelen hebben, terwijl ze regelmatig met agressie en geweld te maken hebben, terwijl in de buurgemeente de boa’s wel geweldsmiddelen hebben. Dat vonden zij moeilijk uitlegbaar.

Maar in de praktijk blijkt dat de agressie en geweld toenemen en scherper wordt. Burgers hebben een korter lontje en ageren veel sterker dan een paar jaar geleden. Het wordt dus steeds duidelijker dat de boa niet alles meer met zijn mond afkan, hoe graag hij dat ook wil.

Er zijn nu ook gemeenten waar de discussie over de wapenstok is losgebarsten. Dat gebeurt onder andere in Amsterdam Zuidoost. Kennelijk is daar de situatie zo gewijzigd dat het bezit van de wapenstok heroverwogen moet worden. Ik zie echter boa’s die voor steeds meer zaken worden ingezet. Daarbij krijgen ze steeds vaker te maken met geweld, agressie en bedreigende situaties.

Bestuurders in gemeenten die roepen dat geweldsmiddelen geweld uitlokken, zou ik graag willen uitnodigen om met boa’s diensten mee te lopen. Dan kunnen zij zelf zien en horen hoe het er in de dagelijkse praktijk aan toe gaat. Ik kan geen andere conclusie trekken dan dat zij geen idee hebben. Zij brengen de boa’s wel in de lastige situaties, maar geven hen niet de middelen om professioneel hun werk te kunnen doen. De veronderstelling dat de boa van zijn mond zijn wapen moet maken is allang een gepasseerd station. Dat zal tot gevolg kunnen hebben dat boa’s voor hun eigen veiligheid gaan kiezen en dit soort situaties uit de weg gaan. En dat begrijp ik ook nog! Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling!

De hedendaagse boa wordt breed ingezet bij nacht en ontij, in uitgaansgebieden, bij grote evenementen, bewaking van vluchtelingen (actueel) en bij betaald-voetbalwedstrijden, dus daar waar risico op geweld bestaat. Ik vind dat we boa’s als professionals moeten zien en ze de gelegenheid moeten bieden het werk ook professioneel te kunnen doen. Onderdeel van deze professionaliteit is een adequate uitrusting