In gesprek met regiobeheerder Wout Jongman

Door: Wout Jongman

“Sinds 1 mei dit jaar ben ik als regiobeheerder binnen BOA ACP werkzaam. Vanuit die functie kom ik veelvuldig in gesprek met boa’s. Wat voor mij als rode draad in deze gesprekken steeds weer opvalt, is het gebrek aan erkenning en waardering voor de boa. Veel burgers denken nog te maken te hebben met ‘hulpagenten’. Of ze zien de boa alleen als de parkeerbonschrijver. Ook recente publicaties in verschillende kranten helpen niet erg, soms vooral op zoek naar negatieve verhalen over boa’s. Terwijl op grond van mijn eigen waarneming de werkelijkheid wel degelijk anders is. Natuurlijk is het zo dat er veel variatie zit in de beroepsgroep. Waar niet?

De trend van de laatste jaren is dat het opleidingsniveau van boa’s omhoog gaat, mede doordat er meer van hen wordt gevraagd. Ook de permanente her- en bijscholing zorgen ervoor dat de boa beter op niveau komt en blijft. De opleidingen op de ROC’s hebben inmiddels de opleiding tot boa opgeschaald naar MBO-niveau. De politieacademie heeft ook aansluiting gezocht en studenten kunnen met een diploma Handhaver Toezicht en Veiligheid en een politiecertificaat een jaar vrijstelling krijgen.

Het gevolg hiervan is dat deze opleidingen in een sneltreinvaart vollopen. Sterker nog, sommige ROC’s hebben studenten moeten weigeren. Gewoon omdat de opleiding vol zit. Het is dus een vak waar veel belangstelling voor is.

Er is volgens mij niets mis mee dat sommige studenten dit vak gebruiken als opstap naar de politie. Maar de BOA onderscheidt zich wel degelijk van het politievak. Een boa is, zoals een landelijke krant recent noemde, geen nepagent, ‘hulpsheriff’ of ‘hulpagent’ maar een volwaardige professional met eigenstandig werk en bijbehorende bevoegdheden. Een boa levert een enorme bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk of een gebied en krijgt daar nog lang niet altijd de waardering en erkenning voor die deze beroepsgroep verdient.

BOA ACP zet zich in voor meer waardering, begrip en erkenning voor boa’s in Nederland. Gewoon omdat ze dat als professionals verdienen.”