Praktijk in plaats van papieren tijger

Praktijk in plaats van papieren tijger

Door: Bert Haupts

Laatst zat ik naar Nieuwsuur te kijken. Daar gaf Mr. Pieter van Vollenhoven van de Stichting Maatschappij en Veiligheid zijn visie op boa’s. Nou, eigenlijk meer de visie van deze stichting. Het eerste wat mij opviel, was dat de heer Van Vollenhoven het had over BIJZONDERE opsporingsambtenaren. Veel mensen vinden ons heel bijzonder, maar onze functiebenaming is toch echt BUITENGEWOON opsporingsambtenaar.

Hij geeft aan dat het onwenselijk is dat gemeentes met hun eigen boa’s hun eigen opsporingsregime bepalen. Eigenlijk is dat natuurlijk altijd al wel zo geweest. Bij de vroegere gemeentepolitie bepaalde het gemeentebestuur ook welke zaken prioriteit hadden en welke niet. Dat dit nu door boa’s wordt gedaan is dan ook niet verwonderlijk. Dit heeft niets met de Nationale Politie te maken, dat is altijd al zo geweest. Ook dat het aantal boa’s groeit, heeft niet specifiek iets met de Nationale Politie te maken.

De boa’s zijn er gekomen, nadat de gemeentepolitie verdween, omdat bepaalde handhavingstaken bleven liggen. Vooral de kleinere ergernissen werden niet meer aangepakt en dat kwam vooral door bezuinigingsrondes die de politie al jaren teisteren. Dit ligt niet aan de dienders op straat, maar vooral aan de politiek en de top, die steeds minder geld willen uitgeven voor steeds meer werk. De gemiddelde politieman of vrouw werkt schrikbarend veel overuren, terwijl er amper de mogelijkheid is om de uren op te nemen.

Van Vollenhoven zegt letterlijk dat de ‘dreiging er is dat er nieuwe gemeentepolitiekorpsen aan het ontstaan zijn’. Ten eerste is het geen dreiging dat er veel handhavers rond lopen, maar eerder een dreiging dat de maatschappij verslechtert waardoor deze handhavers nodig zijn. Ten tweede ligt dit nogmaals niet aan de nationale politie, maar aan de jarenlange bezuinigingen bij de politie. Verder zegt Van Vollenhoven dat de ‘boa geconfronteerd wordt met wat hij niet kan’.

Echter is het probleem meer dat boa’s worden geconfronteerd met wat ze niet mogen, omdat de bevoegdheden beperkt zijn en steeds meer worden ingeperkt. Boa’s kunnen veel en met extra opleiding nog heel veel meer, maar uiteraard voor zover de bevoegdheid het toelaat.

Meneer Van Vollenhoven geeft tevens aan dat wanneer de politie direct ter plaatse was geweest er wel doorgepakt had kunnen worden. Is het dan de bedoeling dat op iedere straathoek een politieman of -vrouw geposteerd gaat worden? Je komt als burger ook in situaties waar de politie niet direct aanwezig is, dus dat is dan uiteraard ook een erg onwenselijke situatie.

En uiteindelijk is de conclusie dat boa’s dan maar ondergebracht dienen te worden bij de Nationale Politie. Dan zijn we dus in principe terug bij af. De gemeentepolitie werd ondergebracht binnen een regiopolitie, samen met de rijkspolitie. Dan zouden nu de boa’s binnen de Nationale Politie terechtkomen? Dan worden de boa’s ingezet voor taken die de politieleiding belangrijk vindt en is de gemeente de handhavers weer kwijt, die op de kleine overlastfeiten kunnen worden ingezet.

De geschiedenis herhaalt zich. We waren het er allemaal eens dat deze geschiedenis niet de juiste oplossing opleverde. Hebben we onze les dan toch niet geleerd? Als men wil dat de politie en boa’s meer op één lijn zitten, dan heb ik wel een aantal voorstellen:

 

Met deze maatregelen is de samenwerking een stuk beter. De politie zal vaker een beroep doen op boa’s en de boa’s doen weer meer een beroep op de politie. Op de meest effectieve manier, de portofoon, in plaats van met een mobiele telefoon via 0900-8844.

Meneer Van Vollenhoven, er zijn genoeg politiemensen en boa’s die met uw stichting willen meedenken over oplossingen. Uw rapport wordt dan een stuk uit de praktijk in plaats van een papieren tijger.