Boa’s uitruilen: hoe pak je dat aan?

Boa’s uitruilen: hoe pak je dat aan?

22 jan 2018, Algemeen nieuws

Veel kleinere gemeenten in Nederland doen het al of denken erover na: het onderling uitruilen van buitengewone opsporingsambtenaren. In de Achterhoek is recent een convenant gesloten dat deze uitwisseling moet regelen. In de regio IJmond maakte men vorig jaar al soortgelijke afspraken. Toch pakken beide regio’s de samenwerking op hun eigen manier aan.

Zeven van de acht gemeenten in de Achterhoek (Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk) beschikken ieder over beperkte toezichtcapaciteit op het gebied van Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening. ‘Waarom zouden we onze krachten niet bundelen?’, dacht men bij de gemeente Oost Gelre. Vandaar dat zij het initiatief namen tot het sluiten van een convenant waarin afspraken zijn opgenomen over het uitruilen van boa’s en toezichthoudende ambtenaren. Dit najaar werd het convenant ondertekend.

Efficiëntere inzet van toezichtcapaciteit

“Het uitruilen van capaciteit brengt voor ons veel voordelen met zich mee”, aldus Sander Kempink, beleidsadviseur openbare orde en veiligheid bij de gemeente Oost Gelre. “Het zorgt allereerst voor efficiëntere inzet van toezichtcapaciteit en het waarborgt de continuïteit in piekperioden of bijvoorbeeld bij ziekte. Maar het kan ook veiligheid vergroten in gemeenten die een beperkte bezetting hebben in de avond en de nacht en tijdens evenementen. Daar worden dan boa’s van andere gemeenten ingezet. Daarnaast kan het soms nuttig zijn als toezichthouders ‘anoniem’ kunnen optreden in een andere gemeente dan hun eigen, bijvoorbeeld wanneer een boa anders moet optreden tegen buren of bekenden. Tot slot hopen we dat onderlinge samenwerking ook leidt tot kennisoverdracht tussen de boa’s van de verschillende gemeenten.”

Samenwerkingsconvenant

Om mogelijk te maken dat boa’s in andere gemeenten dan hun eigen gemeente mogen handhaven, moeten er afspraken worden vastgelegd in de vorm van een samenwerkingsconvenant. Dit gebeurt door de desbetreffende burgemeesters, het OM en de politie. In een dergelijk convenant staat onder andere welke partijen gaan samenwerken, hoe binnen de samenwerking wordt aangestuurd, hoe kosten worden verrekend en hoe omgegaan dient te worden met de inzet van (gewelds)middelen en politiebevoegdheden.

De gemeente Velsen sloot vorig jaar al een dergelijk convenant met de andere twee gemeenten in de regio IJmond: Beverwijk en Heemskerk. De doelstellingen zijn minder uitgebreid dan die in de Achterhoek. “Voor ons was het doel van het convenant met name om elkaar als gemeenten bij te kunnen staan op piekmomenten zoals evenementen”, vertelt Arie Verburg, manager algemene zaken van de gemeente Velsen. “Het gaat dus vooralsnog om incidentele samenwerking, niet om structurele. We werken in principe ook met gesloten beurzen. Wel trekken we inmiddels samen op als het gaat om geweldstrainingen.”

Kennismaking

Het convenant van de regio IJmond is nog niet in de praktijk gebracht. “In het eerste jaar hebben we vooral gefocust op het leren kennen van elkaars werkwijze en cultuur”, vertelt Verburg. “We hebben elkaar geïnterviewd en legden elkaar casussen en stellingen voor om zo inzicht in elkaars meningen en ervaringen te krijgen. We hebben hier echt de tijd voor genomen. Inmiddels merken we dat de neuzen steeds meer dezelfde kant op staan en kunnen we over de praktische uitrol gaan nadenken. Hoe en wanneer we dat precies gaan doen, daar gaan de afdelingsmanagers van de verschillende gemeenten nu zelf plannen voor maken.”

In Oost Gelre wordt al gelijk gewerkt aan de praktische uitrol van het convenant. “Wij hebben hierin samen met Winterswijk een coördinerende rol op ons genomen”, vertelt Kempink. “Als coördinatoren houden we ons bezig met het inventariseren van beschikbare capaciteit en de wensen van de deelnemende gemeenten. Daarnaast is het de bedoeling dat we straks de uitruil, het proces, de samenwerking, kwaliteit en professionaliteit monitoren. Op 1 januari 2018 vond het eerste moment plaats waarop in de Achterhoek het convenant in de praktijk is gebracht. We wisselden als Oost Gelre onze boa’s uit met Winterswijk tijdens de nieuwjaarsfeesten, en dat is goed verlopen. De boa’s kregen alle medewerking van de organisatoren, en ook de terugkoppeling naar ons als gemeente verliep goed en volgens een vast format. Beide gemeenten zijn heel tevreden over de samenwerking; we hebben de meerwaarde van de uitruil echt gemerkt.”

Positief

Zowel Kempink als Verburg zijn positief over de samenwerking tot nu toe. Kempink: “We hopen dat de gemeenten binnen het convenant het nut en de noodzaak zien van de samenwerking en op een constructieve manier omgaan met het uitruilen van toezichthouders. Zelf hebben we daar alle vertrouwen in.” Verburg: “Het convenant is voor ons echt een pilot, we hebben nu het minimale gedaan om te kunnen samenwerken. De sfeer is echter nu al zó positief dat ik zeker niet uitsluit dat we deze samenwerking in de toekomst verder intensiveren.”

Informatiesheets voor regionale samenwerking

In steeds meer regio’s werken gemeenten samen voor de handhaving van de Drank- en horecawet (DHW). Doel is altijd om het toezicht efficiënter en effectiever te maken. Er is echter veel variatie in de samenwerking, afhankelijk van de behoefte van individuele gemeenten. Het CCV heeft in november 2017 twee informatiesheets opgeleverd met daarin tips voor regionale samenwerking in het toezicht op de Drank- en horecawet.

Dit artikel verscheen eerder (op 16 januari 2018) op Toezine.nl 

OOK INTERESSANT

bottombanner

LID WORDEN VAN DE ACP?

AANMELDEN