Handen af van onze boa’s! Uitspraak rechter stemt tevreden

‘Handen af van onze hulpverleners’, het is een bijna gevleugelde uitspraak. En als er dan een rechtszaak komt valt het resultaat daarvan nog wel eens tegen. Maar niet in Limburg, waar één van onze leden na een verzetpleging aangifte deed en de rechter een forse uitspraak deed.

Casus

Op 7 september 2014 hield de boa een jongeman aan ter zake niet voldoen aan bevel of vordering en belediging van een ambtenaar in functie. Bij de aanhouding pleegde de verdachte behoorlijk verzet waaraan de boa enkele lichte verwondingen en kapotte dienstkleding overhield. Uiteraard deed hij hiervan aangifte, zijn collega werd gehoord als getuige. Door de boa werd ook een proces-verbaal van aanhouding opgemaakt, zijn collega maakte een proces-verbaal van bevindingen op.

Voor de rechter

Donderdag 22 januari moest de verdachte zich verantwoorden voor de kinderrechter, ten tijde van het plegen van het feit was hij 17 jaar. Hem werd belediging en wederspannigheid ten laste gelegd. Ook moest hij zich nog voor twee andere feiten verantwoorden (vernieling van een auto en bedreiging van zijn moeder). Voor de bedreiging van zijn moeder werd de verdachte overigens vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de processen-verbaal werden gezien als wettig en overtuigend bewijs. Ook toen de advocaat van de verdachte probeerde om dit van tafel te vegen. De advocaat was van mening dat de collega van deze boa het niet goed zou hebben kunnen zien wat er voorgevallen was, omdat hij met de rug naar de boa stond toen deze op de grond lag. De aanhouding verliep namelijk in eerste instantie probleemloos. Echter de collega van de boa moest de politie bellen in verband met de aanhouding. Beide boa’s beschikken namelijk niet over een portofoon die in verbinding staat met de politiemeldkamer. Tijdens dit telefoongesprek liep de situatie uit de hand.

Opvallend

Het viel de boa tijdens de rechtszitting op dat zowel de officier van justitie als de rechter behoorlijk fel waren tegen de verdachte. De officier van justitie eiste als volgt: 80 uur werkstraf waarvan 60 voorwaardelijk en 20 uur onvoorwaardelijk. Tevens was de eis van de schadevergoeding €498,96

De uiteindelijke uitspraak van de rechter: 80 uur werkstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar subsidiair 30 dagen celstraf. € 300,- schadevergoeding subsidiair 6 dagen celstraf. Tevens wordt de verdachte onder toezicht gesteld van reclassering en wordt een behandeltraject uitgezet aangezien de verdachte nogal wat andere problemen heeft die deze ondertoezichtstelling rechtvaardigt.

Tevreden

De boa zegt zeer tevreden te zijn met de eis van de officier en de uiteindelijke uitspraak van de rechter, ook al zit de rechter lager dan de eis.
“Ik ben het meest tevreden met de uitspraak omdat door zowel de officier van justitie als de rechter de buitengewoon opsporingsambtenaren serieus genomen werden. Het was voor mij een duidelijk signaal: blijf met je handen van onze mensen af”, aldus de boa.

Daar sluit BOA ACP zich natuurlijk bij aan. Ook boa’s zijn hulpverleners en daar blijf je met je handen van af!